Mijn blog over sport kruimels op tafel

koffiekoeken de koers het leven een lekke band

mail mij!contact

1 augustus 2015

Schuilen bij Vincent

C. en ik gingen fietsen op de Veluwe.

Maar eerst ontbijt in het sporthotel: we zagen de spelers van Derby County (Hoe jong waren die eigenlijk? Ze leken op schoolreis, vierde middelbaar. Zoiets?), de ploeg van Sivasspor werd verwacht. En daar: dat waren de dames van een professioneel schaatsteam (Hoe jong waren die eigenlijk?). Ik herkende Anice Das, de Nederlandse sprintster. Ze zag er opgewekter, speelser en - vooruit dan maar - mooier uit dan op de televisie, op een luie, winterse zondagnamiddag (na het veldrijden, snel nog even kijken 'op Nederland', nog drie maand en het is weer zover). Het moet te maken hebben met haar schaatspak, dacht ik. Nu was ze, midden in de zomer, gewoon lachend jong.

We zouden eerst veertig kilometer heen fietsen, naar het Jachthuis. Dat moest lukken, het weer zag er goed uit.

Vijf minuten later regende het. En het bleef regenen, zonder één moment te stoppen. Een gezapige, niet aflatende regen. Drie minuten later waren we zeiknat, midden op de Veluwe. We zetten door. Want nat is nat. Nog zeven kilometer naar Kröller-Müller wezen de paaltjes aan. Dat gingen we halen. Natter kon niet meer.

We zetten de witte fietsen - handig waren die, was de jouwe weg, dan nam je gewoon een andere - op de parking en spurtten naar de ingang van het museum. Alle andere fietsers van de Veluwe hadden hetzelfde idee als wij: we gingen met z'n allen schuilen bij Vincent. Vincent van Gogh. Het water drupte uit jassen, uit rugzakken, uit haar. Pakken mensen slenterden langs de kunst. De cafetaria zat afgeladen vol. Buiten bleef de regen vallen, het werd er niet droger op. C. en ik slenterden mee tussen horden Nederlanders, Spanjaarden, Duitsers, Belgen.

Eigenlijk was het best leuk: ik keek naar mensen die naar kunst aan de muur keken. Tot ik voor een klein werkje stond. "Hé", schrok ik. "Hangt dat hier? Van Theo?" Theo van Doesburg schilderde het in 1929: 'Oplopende straat.' Mijn lievelingswerk. Ik ging op een afstandje staan, ging dichterbij, met mijn neus op het minuscule werk. Ik vond het prachtig.

We liepen verder, ik keek nog even om, alsof ik afscheid nam van een goede vriend.

C. en ik stapten de shop binnen. Er waren boeken, posters, ansichtkaarten, nog meer boeken, nog meer posters.

En er waren 'regenjasjes - 2 euro'.

We kochten er twee.

Werd het toch een mooie dag.

 

Terug naar overzicht