Mijn blog over sport kruimels op tafel

koffiekoeken de koers het leven een lekke band

mail mij!contact

19 februari 2014

De domste mens ter wereld

Uit boek in opdracht. Verschijnt begin mei 2014...

Studeren deed ik niet graag. Dat weet u al. Ik zag er het nut niet van in. Op school kun je niets leren. Ik koos snel voor een eerste job. Die bracht goed geld op, en ik was vertrokken. Ik wist al meteen welke richting ik uit wou.

Ik geef het graag toe: ik ben niet verstandig. Ik ben een domme mens. Misschien ben ik wel de domste mens ter wereld. Ik haal niets uit boeken, ik haal het uit het leven. Ik doe het allemaal proefondervindelijk, en ik stel vragen: hoe zitten de dingen in mekaar? Waarom doet iemand wat hij doet? Ik sta onbevangen in het leven. Ik stelde vragen over alles. En ik kreeg antwoorden. Niet op school, wel in het leven.

Ik wil nog even verder ingaan op dat onbevangene. Ik maak een zijsprong naar de sportwereld, omdat onderstaand voorval zo treffend illustreert wat ik bedoel.

De jaren 1980, volleybal in Nederland. De Nederlanders doen het goed in die sport. Ze lijken zich te gaan opmaken voor grootse triomfen. De ploeg weet wat het is om onder druk te spelen. Ze weten van wanten, de spelers met hun tonnen ervaring. Nog één tornooi moeten ze het goed doen, en dan zijn ze op weg naar een gouden toekomst. Het lijkt ook goed te gaan, ze raken vlot in de eindfase van dat tornooi.

En dan stokt het. Plots. Hoe kan dat toch? Wat was er aan de hand? In een documentaire vertelden de spelers er achteraf het volgende over: "We waren bang om te winnen. Al onze ervaring speelde ons gek genoeg parten. We wisten gewoonweg te goed wat we moesten doen om te winnen. En dat begon in ons hoofd te spelen. Want we wisten ook hoe het voelde om te verliezen. Dàt hadden we in het verleden immers ook gedaan."

Toen kreeg de coach een geniale ingeving. Hij keek naar het speelveld, zag zijn ploeg vol ervaren spelers kopje ondergaan. En hij keek naar de bank. Daar zaten de reservespelers. Allemaal jonge snaken, jonge veulens. Sterke spelers, dat wel. Maar (nog) te groen voor zulke belangrijke wedstrijden. Toch deed de coach het: hij vroeg een time-out, verving zijn ervaren ploeg en liet de jonge gasten opdraven.

Ze wonnen.

Waarom? Een van die jongeren, ook in de documentaire: "We speelden onbevangen. We hadden lak aan verliezen, of winnen. Wisten wij veel hoe dat eraan toe ging in de slotfase van zo'n belangrijke match. We veegden er onze broek aan. Voor we het wisten hadden we de zege beet."

De gouden ingreep van Arie Selinger - zo heette de coach - kreeg een vervolg. De jonge Nederlanders bleven samen trainen, in een hechte groep, steeds in dezelfde wat afgeleefde sporthal - Bankras in Amstelveen. Op de Spelen in Barcelona haalden ze zilver. Vier jaar later, in Atlanta, was het goud. Het resultaat van - eerst - onbevangenheid en - later - visie. Ze waren eigenzinnig, loyaal, ze speelden met inzet, ze hadden een doel.

Toen Nederland in 1996 goud behaalde, had Marco Borsato net maanden op 1 gestaan in de hitparade. Zijn hit? 'Dromen zijn bedrog'. Toch niet, riep Ron Zwerver - een van de gouden volleyers - direct na de euforische gouden finale. "Dromen zijn geen bedrog."

Het Bankrasmodel - de revolutionaire aanpak waarbij een groep getalenteerde sporters zich volledig inzet voor het allerhoogste doel - werd een begrip.

 

Terug naar overzicht